Montoya doet onderzoek naar de circulatie van boeken en Verlichtingsideeën in de achttiende eeuw.
Hegemonie van geloof of wetenschap
Volgens het gangbare beeld maakte Europa in de achttiende eeuw een revolutionaire filosofische verandering door: het oude, op godsdienstig geloof gestoelde wereldbeeld maakte massaal plaats voor een wereldbeeld dat zich baseerde op waarneming en een samenleving gestoeld op individuele rechten. Experimenten wezen uit dat de natuur werd geregeerd door wetten die niet strookten met bijbelse teksten. Vertrouwen op kennis en ratio overwon de hegemonie van geloof.
Het ‘Verlichtingsdenken’ geldt als fundament onder het moderne Westen en zijn principes zoals een scheiding tussen kerk en staat.
Alicia Montoya zet vraagtekens bij deze beschrijving van onze geschiedenis. Haar onderzoek naar de leescultuur ten tijde van de Verlichting suggereert dat de geschriften van vernieuwende filosofen zoals Descartes, Spinoza en Rousseau destijds minder werden gelezen dan vaak wordt gedacht.
Catalogi van boekverkopers uit die tijd laten bijvoorbeeld teleurstellende verkoopcijfers zien van voor de Verlichting kenmerkende boeken en pamfletten, terwijl religieuze boeken nauwelijks aan populariteit leken in te boeten.
Met een groot Europees onderzoeksproject zoekt Montoya nu antwoord op de vraag of de Verlichting echt zo diep in de samenleving doordrong als vaak wordt gedacht. Hoe en hoezeer maakte de middenklasse kennis met het nieuwe denken? Zijn religieuze wereldbeelden wérkelijk massaal vervangen door een beeld dat is gegrond op ratio en wetenschap? Of kreeg religie in feite vooral een Verlichtings-sausje?