Een belangrijke vraag voor de toekomst is hoe we zorgen voor een inclusieve maatschappij. Daarvoor is het in elk geval nodig om te begrijpen wat mensen beweegt om in hun sociale interacties keuzes te maken die positief uitpakken voor zowel anderen om hen heen, als voor toekomstige generaties en de natuur. Dat is waar het negenkoppige team Social Educational Neuroscience Amsterdam (SENSA) van de Vrije Universiteit Amsterdam zich mee bezighoudt.
Bouwen aan een sociale samenleving
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, luidt een bekend Nederlands gezegde. Dat die uitspraak nu relevanter is dan ooit bewijzen cruciale uitdagingen waar de volgende generatie mee te maken krijgt: van klimaatverandering tot een steeds diversere samenleving waarin meningen extreem uit elkaar kunnen lopen. Een belangrijke vraag voor de toekomst is dan ook hoe je sociale cohesie bevordert én behoudt in een samenleving waar individualisme en discriminatie vooralsnog alleen maar lijken toe te nemen. Oftewel: hoe zorgen we voor een inclusieve maatschappij waarin mensen rekening met elkaar houden?
Daarvoor is het in elk geval nodig om te begrijpen hoe mensen met elkaar omgaan en bovenal wat ze beweegt om in hun sociale interacties keuzes te maken die positief uitpakken voor zowel anderen om hen heen, als voor toekomstige generaties en de natuur. Dat is waar het negenkoppige team Social Educational Neuroscience Amsterdam (SENSA) van de Vrije Universiteit Amsterdam zich mee bezighoudt. Zij onderzoeken wat er in de hersenen van kinderen en adolescenten gebeurt tijdens allerlei veelal onbewuste, sociale processen. Het idee: des te eerder je snapt wat zich afspeelt in het jonge, nog plastische brein, hoe beter je daarop kunt inspelen, bijvoorbeeld als ouder of docent.
"Des te eerder je snapt wat zich afspeelt in het jonge, nog plastische brein, hoe beter je daarop kunt inspelen."
Eén van de baanbrekende resultaten van het SENSA-team komt voort uit experimenten naar social mindfulness, waarin met een innovatieve methode subtiele, onbewuste processen worden gevangen. Deze methode wordt nu wereldwijd gebruikt in onderzoek. Het werkt als volgt: stel dat je met een vriend in een café zit waar ze nog maar drie taartpunten hebben: twee stukken appeltaart en een stuk worteltaart. Wat bestel je dan als jij als eerste mag kiezen: de appeltaart zodat je vriend nog een keuze heeft of hou je daar geen rekening mee en kies je de worteltaart? Iemand de keuze laten of die juist wegnemen, zegt veel over hoe mensen tegenover elkaar staan en hoe hun relatie in elkaar steekt, ontdekte het SENSA-team. Mensen kunnen namelijk meer of minder ‘socially mindful’ zijn, afhankelijk van hun persoonlijkheid, ervaringen of situatie. Rivalen van vijandige voetbalelftallen bijvoorbeeld maken aanzienlijk minder sociale keuzes in dit experiment.
Het team ziet allerlei mogelijkheden voor nieuwe variaties op dit experiment, waardoor ze steeds beter leren begrijpen hoe deze processen voor verschillende mensen in verschillende situaties werken, zowel op het niveau van het gedrag als ook in het brein. Zo loopt er momenteel een studie waarbij proefpersonen het experiment vanuit de hersenscanner uitvoeren met iemand die uitgesproken andere politieke opvattingen heeft. Vervolgstudies zijn gericht op aanpassingen van het experiment voor kinderen. Het ultieme doel? Dat het op een dag mogelijk wordt om op een optimaal moment in de ontwikkeling bij te sturen. Zodat kinderen van jongs af aan en vrijwel automatisch, iedereen, van vriend tot buitenstaander, positief tegemoet treden.
"Kinderen maken al op kleuterleeftijd op basis van afkomst, een onderscheid in wie ze helpen en op welke manier."
De resultaten tot nu toe zijn opzienbarend, omdat het onderzoeksteam steeds beter in staat is om dit soort zeer subtiele vormen van gedrag te vangen en te doorgronden. Gedrag dat grote gevolgen kan hebben in allerlei maatschappelijke situaties, zoals in de schoolklas. Daar spelen dit soort mechanismes bijvoorbeeld rondom de vraag waarom sommige leerlingen in de groep geïsoleerd raken of gediscrimineerd worden en anderen juist worden opgenomen. Om dit te snappen bestudeert SENSA het hulpgedrag van kinderen. Hierdoor ontdekten ze onder meer dat kinderen al op kleuterleeftijd, op basis van afkomst, een onderscheid maken in wie ze helpen en op welke manier. Zo vonden ze bijvoorbeeld dat kinderen met een andere afkomst minder goed geholpen worden. Hoe dat komt en wat de gevolgen zijn van verschillende manieren van hulp voor iemands groepsstatus en zelfbeeld, wordt momenteel verder onderzocht.
Een extra grensverleggend aspect aan veel van het SENSA-onderzoek is dat het team draagbare EEG-apparaten gebruikt om hun onderzoeksdata ook buiten het lab, in real life settings zoals het klaslokaal, te verzamelen. Bovendien kan de technologie daar tegelijkertijd worden ingezet om kinderen hun eigen hersensignalen te laten zien, bijvoorbeeld terwijl ze samenwerken met klasgenoten. Het gevolg is dat kinderen aan den lijve ervaren dat zij hun biologische processen zelf kunnen beïnvloeden. Eerste pilotstudies zijn veelbelovend en laten zien dat deze vorm van feedback het gevoel van autonomie en controle bij kinderen kan versterken wat hun sociale brein ten goede kan komen.
Het huidige onderzoek heeft inmiddels tot nieuwe vragen geleid waar het SENSA-team de Award voor wil inzetten. Wat betreft social mindfulness wil het team onder meer uitvinden hoe ‘rekening houden met anderen’ zich door de tijd heen ontwikkelt, en op welke leeftijd je zo’n subtiel proces het beste kunt beïnvloeden. Daarbij hoort ook de vraag wat maakt dat het ene kind automatisch rekening houdt met anderen en een ander kind daar meer moeite voor moet doen. Een volgende stap is om uit te zoeken hoe je de positieve ontwikkeling van het sociale brein verder kan stimuleren. Heeft het inderdaad zin om kinderen via draagbare EEG’s feedback te geven over hun eigen hersenactiviteit?
"De manier waarop het team nadenkt over maatschappelijke impact en toepassingen in de praktijk, is internationaal vernieuwend en vooraanstaand."
Door de unieke samenstelling van dit multidisciplinaire team liggen nieuwe doorbraken in lijn der verwachting. Het team is met drie senior leden, drie mid career en drie junior onderzoekers, optimaal in balans en ook de kwaliteit van onderzoek van de individuele leden is van hoog internationaal niveau. SENSA heeft een brede interdisciplinaire benadering en weet succesvol bruggen te slaan tussen de sociale psychologie en andere vakgebieden zoals ontwikkelingspsychologie, onderwijskunde, sociale neurowetenschappen, sociologie en experimentele economie. De manier waarop het team nadenkt over maatschappelijke impact en toepassingen in de praktijk, waaronder specifiek in het onderwijs, is internationaal vernieuwend en vooraanstaand.
Bovendien zijn alle teamleden bezig om experimenten te ontwikkelen die iets zeggen over uitdagingen uit het dagelijks leven. Ze hechten er veel belang aan dat hun onderzoeksresultaten bruikbaar zijn in de praktijk. Zoals het team zelf zegt: “We delen onze fascinatie voor sociale processen, voor concepten als vertrouwen en social mindfulness en de wens om die naar experimentele situaties te vertalen zodat je het kunt onderzoeken én uiteindelijk ouders en docenten kunt informeren hoe hier aandacht aan te besteden. En als dat lukt, wordt de volgende generatie wellicht de meest sociale tot nu toe.”

Teamleden, (v.l.n.r.): TuongVan Vu, Nikkie Lee, Barbara Braams, Jellie Sierksma, Tieme Janssen, Paul van Lange, Mariët van Buuren, Lydia Krabbendam, Nienke van Atteveldt.